Wanneer ik verdrietig ben vind ik het fijn om met een dekentje op de bank te kruipen en niemand binnen te laten. Lekker zwelgen in mijn verdriet tot het weer over is. Nog fijner vind ik het wanneer iemand stil naast me op de bank zit en me vasthoudt. Me gewoon vasthoudt en verder niets. Het lijkt of het verdriet dan lichter wordt en langzaam oplost en dat ik bijna kan genieten van het zo stil samen zijn.

Wanneer je in een depressie zit, gaat het verdriet niet van zelf over. Dan blijf je op de bank en laat je niemand binnen ook niet na een week of na een maand of zelfs langer. Je weet niet meer hoe het is om vast gehouden te worden. Je stoot mensen zelfs af, je bent liever alleen. Alleen met het verdriet dat steeds groter lijkt te worden. Alleen diep in de put.

Wat doe jij dat verdriet? Verstoppen of te voorschijn komen? Afstoten of hulpvragen? In je schulp kruipen of aangeven wat je nodig hebt? Verdrietig zijn of genieten?
Loop eens een Lemniscaat met de polariteiten die voor jou belangrijk zijn.

Klik op de afbeelding om naar de werkvormen te gaan